Bepakt en bezakt loop ik metrostation Astoria uit. We zijn net aangekomen in Boedapest, of eigenlijk beter gezegd in Pest (min Boeda). Boedapest is een samengevoegde stad met de Donau als scheidslijn: het heuvelachtige pastelkleurige Boeda vs. het vlakke chique Pest. Ik bevind mij in dit laatste deel en ga op zoek naar ons gehuurde appartement in de wijk Erzsébetváros, beter bekend als district 7. In totaal telt Boedapest wel 23 districten, en het zevende district is een bijzondere buurt in dit rijtje. Het bruist hier 24 uur per dag. Overdag lopen de toeristengroepen de culturele trekpleisters af, ‘s avonds knalt de muziek uit de speakers van de bars en danst iedereen erop los. Erzsébetváros is hip & happening. Ik vond dit zelf een toffe plek om te verblijven en ik zou iedereen aanraden hier een dagje door te brengen. In dit artikel vertel ik je wat je niet mag missen tijdens een bezoek aan deze hippe wijk in Boedapest.
Indrukwekkend Joods erfgoed
Erzsébetváros was ooit de thuishaven van een grote levendige Joodse gemeenschap, maar na de Tweede Wereldoorlog was hier nog maar een fractie van over. In 1944 werd de wijk omgedoopt tot de Joodse ghetto en de pro-Duitse Pijlkruiserbeweging voerde hier de ene na de andere gewelddadige actie uit. Het monument ‘Schoenen op de Donaukade’ is een herinnering aan deze tijd toen 20.000 joden op de Donaukade zijn gefusilleerd door de Pijlkruisers. Vandaag de dag zie je nog altijd veel Joods erfgoed in Erzsébetváros. Neem bijvoorbeeld de negentiende-eeuwse Grote Synagoge aan de Dohany Utca. Dit is de grootste synagoge van heel Europa, en zeker ook één van de mooiste. Ik heb de synagoge annex Joods historisch museum alleen van buitenaf mogen zien, maar het interieur binnen schijnt zeer indrukwekkend te zijn. Helaas bezochten wij de synagoge op een zaterdag en dan is het gesloten. Verspreid door Erzsébetváros vind je nog meer synagogen, waaronder de Rumbach straat synagoge en de Kazinczy straat synagoge. Beiden minder snel herkenbaar, omdat ze onderdeel zijn van een lang appartementenblok en daardoor al snel wegvallen in het straatbeeld.
Het indrukwekkende Joodse erfgoed in én rond het zevende district.
Op zoek naar de geroemde ruïne cafés
Erzsébetváros staat niet alleen bekend om het Joodse erfgoed, maar dit is ook de wijk van de ruïne cafés. Het idee hierachter is simpel. Men neme een vervallen slooppand, schroeft er een bar in, zet een gekke set meubelen neer en voila: je hebt een ruïne café! Een groepje jonge ondernemers maakte zo handig gebruik van het grote aantal leegstaande panden in het zevende district. De ruïne cafés zijn ontzettend populair en zitten iedere avond vol. Ook ik ben er één avond geweest, maar ik raad je juist aan deze cafés overdag te bezoeken. De bars zitten vol met gekke details en dat zie je het beste in daglicht. Geen enkele ruïne café is hetzelfde! De één straalt een feest- en danssfeer uit, de ander heeft juist een relaxte setting met banken en voetbaltafels. Neem vooral een kijkje bij de volgende ruïne cafés:
- Szimpla Kert: de oudste ruïne café van Boedapest, en zeker de leukste! Alles is hier mogelijk: bier drinken in een badkuip, chillen in een Trabantje of dj spelen in een indoor garden. Er is zoveel te zien!
- Kuplung: een lounge café met een geweldige schildering van een walvis op de muur en een relaxte sfeer!
- Instant: de grootste ruïne bar van Boedapest. Mijn eerste indruk van dit café was niet heel positief. Het was donker en verdacht stil, terwijl het café toch echt open was. Toch vond ik de inrichting wel weer leuk. Lekker gek!
- Anker’t: een moderne bar met een echte ruïne achtergrond. Een goede plek voor cocktails in de zomer!
- Mazeltov: een romantisch ruïne café met een lichte binnentuin. Leuk voor een diner voor twee.
Ruïne cafés in het avondlicht
Ruïne cafés in het daglicht: je ziet opeens allerlei details!
Hongaarse street food proeven
Naast sightseeing kun je ook prima in Erzsébetváros terecht voor een lekker hapje eten. Tijdens iedere trip probeer ik iets van het lokale eten te proeven en hiervoor kun je goed terecht bij de street food court Karavan. Ik proefde hier voor het eerst de Hongaarse Langos. In het begin was ik een beetje sceptisch, want hoe kan een pizza met room en niet-gesmolten kaas nu lekker zijn? I was wrong! Het is namelijk niet een pizza, maar gefrituurd deeg met een hartige topping. De smaak is een beetje te vergelijken met onze Hollandse oliebol. Voor de topping kun je kiezen uit rucola, kaas of pittige paprika. Verrassend lekker!
Karavan, de plek om street food te proeven in Boedapest.
Gozsdu Udvar, een verstopte promenade
Ooit het hart van de Joodse wijk, nu een bruisende passage in de wijk Erzsébetváros: Gozsdu Udvar. Deze passage verbindt zes binnenplaatsen met elkaar en is gevuld met allerlei winkels en cafés. Hier kun je terecht voor een lekker kopje koffie bij Blue Bird Café of een Aziatische Pad Thai bij de Thaise wokbar. In het weekend vind je hier zelfs een aantal antiekmarkten. Ik moet wel zeggen dat deze promenade een beetje toeristisch is, maar nog steeds heeft deze plek een leuke sfeer.
De verstopte passage Goszdu Udvar: een plek met food, antiek en street art!
Street art: in de hoogte én breedte
And last but not least, het zevende district biedt ook nog eens ontzettend veel street art. Sinds 2014 kent Boedapest een jaarlijks street art festival: Színes Város Festival (vertaling: Festival van de kleurrijke stad). Het doel van dit festival is met street art ervoor te zorgen dat verval in de stad tegengegaan wordt en wijken een nieuwe impuls krijgen. Erzsébetváros is bij uitstek een voorbeeld van een vervallen wijk en daarom vind je hier veel street art. Persoonlijk was ik een fan van de smalle verticale schilderingen (zie de vierluik hieronder), want ik had dit nog nooit gezien. Rondvliegende zwaluwen, een naaister of een poster van de oud-keizerin (en inwoner van Boedapest) Sisi: het zijn kleine knipoogjes in dagelijkse straatbeeld. Andere toffe werken zijn: ‘The match of the century’ (het Hongaarse voetbalelftal won in 1953 met 6:3 van Engeland), het vluchtelingenmeisje in Goszdu Udvar (die ogen!) en de stier die zijn gras met een vork eet. Tip: je kunt ook het street art ontdekken met een Engelstalige tour. Er zijn verschillende organisaties die dit aanbieden.
Ben jij ook zo gek op hippe en alternatieve spots?